Wij maken op onze website gebruik van cookies. Wij gebruiken cookies voor het bijhouden van statistieken (de cookies van Google Analytics zijn volledig geanonimiseerd) om voorkeuren op te slaan, maar ook voor marketingdoeleinden. Als je akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klik dan op 'Cookies toestaan'. Lees hier onze cookieverklaring.

Cookies toestaan Weigeren

Mind the gap!

#Mkb #Artikel


Gouden tip:

“Maak van leren en ontwikkelen een continu verbeterprogramma, anders houdt het op zodra het project stopt.

Dus of je het nu bij HR onderbrengt of er een aparte afdeling van maakt: maak binnen je organisatie iemand vrij die hier structureel aan kan werken.”

Hoe krijg je grip op de technologische ontwikkeling en opleiding van je medewerkers? Veel technische bedrijven hebben een grote behoefte aan specifieke technologische skills. Kant-en-klare trainingen en cursussen zijn echter lastig te vinden. Opleiders hebben maar beperkt zicht op de uiteenlopende behoeften van bedrijven en kunnen niet altijd in bedrijfsspecifieke kennis voorzien. Met slimme oplossingen kunnen bedrijven echter zélf de regie pakken.

Dat is precies wat het samenwerkingsverband van Tetrix Techniekopleidingen, Parbleuinnovatieadvies, Damen Shipyards en Demaco Cryogenics beoogt. Henk Kemkes (Tetrix), José Laan (Parbleu) en Joke Buscop (Damen) vertellen hoe het werkt.

Waarom hebben jullie met zijn allen een SLIM-project aangevraagd?

Joke: “Als bedrijf zaten wij in een vicieuze cirkel. Aan de ene kant worden veel van de technieken die wij nodig hebben, niet meer aangeboden op school. In onze bankwerkerij zijn bijvoorbeeld technieken nodig die niet meer in de opleiding mechatronica zijn opgenomen. Aan de andere kant komen die technieken ook bij ons minder vaak voor dan vroeger. Want voorheen zaten we volledig in de visserij, nu werken we veel breder, ook in andere markten. Dus moeten onze mensen van veel méér technieken verstand hebben. Hoe krijgen we dit allemaal bij iedereen aangeleerd? Zelf kunnen we dat niet, daar hebben we opleiders zoals Tetrix voor nodig. Maar als wij niet goed kunnen aangeven wat we nodig hebben, kunnen zij het ook niet aanbieden.”
Henk: “Als opleider merkten wij op onze beurt dat de cursussen die wij bieden voor een bedrijf als Damen niet altijd de lading dekten. Dat wilden we graag verbeteren. Voor een deel zijn de behoeften zo specifiek dat ze niet als cursus in te kopen zijn. Dan willen we dat er een goede leeromgeving is waar het bedrijf zelf specifieke trainingen in kwijt kan.”

Met jullie methodiek is het mogelijk zélf de regie te pakken over de ontwikkeling van de technologische skills in je onderneming. Hoe werkt dat? 

José: “Je begint met een doorlichting van je onderneming; in SLIM/HR-termen heet dat de Gap-analyse. Waar wil je naartoe met je bedrijf en welke technologische kennis heb je daarvoor nodig? Welke nieuwe vakgebieden en rollen komen eraan? Maar ook: hoe ziet je sociale roadmap eruit: welk effect heeft bijvoorbeeld vergrijzing van je personeelsbestand op het kennispeil van je bedrijf? Dat alles leg je naast de huidige situatie en dan kijk je waar de gaten zitten. Vervolgens vul je de Matrix Toekomstgericht Ontwikkelen en Opleiden in en die gebruik je om per persoon, per afdeling en voor je hele bedrijf ontwikkelingsdoelen en leerpaden op te stellen.”
Joke: “Wij zijn begonnen met één afdeling en dan bevat zo’n matrix al 88 regels. Maar daardoor wordt het ineens wél concreet: wat zijn onze leerbehoeften en hoe gaan we de ontbrekende kennis opbouwen: met een opleider of met modules die we zelf ontwikkelen?”
José: “Want dat hoort er ook bij: een eigen leermanagementsysteem voor bedrijfsspecifieke opleidingsmodules. Met Damen ontwikkelen we vijf van die modules en die komen voor medewerkers beschikbaar in oZone, het leerplatform van bedrijven die zijn aangesloten bij A+O Metalektro en OOM.”

Wat is voor Damen het grootste voordeel van de nieuwe methodiek?

Joke: “In ons oude bedrijfsopleidingsplan stond: iemand komt binnen als leerling, en dan zorgen we dat hij mbo-niveau 4 kan behalen en als vakman in de ploeg aan de slag kan. Maar we zeiden niets over: waar willen we als organisatie naartoe, welke kennis dreigt verloren te gaan, waar moeten we aandacht aan besteden het komende jaar, en hoe gaan we zorgen dat daar trainingen voor komen? Nu hebben we heel andere kijk op ontwikkelen gekregen, veel strategischer.”

Welke lessen hebben jullie al werkende geleerd? 

Henk: “Dat je in middelgrote bedrijven het beste eerst op één afdeling kunt inzoomen, niet op het hele bedrijf. Als je het te groot maakt, kom je er niet uit. Zowel bij Damen als Demaco hebben we met de methodiek eerst binnen één afdeling een pilot gedaan. Vandaaruit kun je de methodiek verder uitrollen, zodat je uiteindelijk voor je hele bedrijf een opleidingsplan hebt dat staat als een huis.” 

Hoe krijg je de rest van de organisatie mee?

Joke: “Wat ik zie, is dat onze directie het waardeert dat bedrijfsspecifieke kennis geborgd wordt in opleidingsmodules. Wel merk je dat er gedacht wordt: wij zijn doeners, wij doen handenwerk, en moet je dan met digitale leermodules komen? Maar bij medewerkers die de modules testen, zie je meteen beweging ontstaan. Die zeggen: ‘ja, dat filmpje is wel goed, maar eigenlijk moet je bij dat proces geen stalen sleutel maar een rubberen hamer gebruiken…’ Met andere woorden: ze gaan nadenken over hun werkprocessen. Eén van hen kwam bijvoorbeeld met de suggestie: ‘we moeten ook een module maken over het afhangen van deuren, want dat leren ze niet op school.’ Ik hoef vast niet uit te leggen hoe belangrijk goed sluitende deuren zijn voor de veiligheid op een schip.”

Welke tips hebben jullie voor andere mkb’ers die samen een SLIM-project willen doen?

Henk: “Betrek er mensen bij die kennis hebben van innovatieprocessen, maar ook van projectaansturing. Het succes van dit SLIM-project is voor een aanzienlijk deel op het conto van Parbleu te schrijven. Je kunt dit niet alleen met opleiders en bedrijven doen. Je hebt echt mensen nodig die gewend zijn de verbinding te zoeken. En die dan ook nog affiniteit hebben met de sector waarin de bedrijven werkzaam zijn, in ons geval techniek.”
José: “Maar ook zonder opleider lukt het niet. Je moet echt drie werelden bij elkaar brengen: de klant, de opleider en de innovator/projectbegeleider. Waarbij het aan de bedrijfskant ook staat of valt met de mensen. Een bedrijf moet hiervoor wel mensen vrijmaken, het liefst een team van drie of vier mensen, van verschillende afdelingen. Iemand van HR, iemand van de werkplaats, een bedrijfsleider, zoiets.” 

Tot slot: is deze methodiek ook voor andere technische mkb-bedrijven beschikbaar?

Henk: “Absoluut. Bij Damen en Demaco werkt het al en we zijn inmiddels gestart met de invoering bij andere bedrijven. Dat is de spin-off waar we bij de start al op hoopten.”