Wij maken op onze website gebruik van cookies. Wij gebruiken cookies voor het bijhouden van statistieken (de cookies van Google Analytics zijn volledig geanonimiseerd) om voorkeuren op te slaan, maar ook voor marketingdoeleinden. Als je akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klik dan op 'Cookies toestaan'. Lees hier onze cookieverklaring.

Cookies toestaan Weigeren

Jonne Groot

Jonne heeft vanuit het ministerie van OCW het Regionaal investeringsfonds mbo opgezet, in nauwe afstemming met het mbo en het werkveld. Het investeringsfonds heeft PPS in het mbo een enorme impuls gegeven. Ook oog voor kwetsbare doelgroepen (entree) en sectoren die nog niet zo bekend waren met het investeringsfonds (zorg&welzijn).


Kun je in drie woorden aangeven wat jou een aanjager maakt?
Betrokken, enthousiast en meedenkend.

Wapenfeit: waar ben je trots op?
Dat er de afgelopen jaren echt een enorme beweging is ontstaan in het mbo, om het onderwijs nog beter op de arbeidsmarkt af te stemmen en echt samen te werken. Het Regionaal investeringsfonds heeft hiervoor als een vliegwiel gewerkt, waar we nu, en de komende jaren steeds meer resultaten van gaan zien. Niet alleen voor mbo-jongeren maar ook voor de doelgroep van leven lang ontwikkelen. Want llo wordt alleen maar belangrijker en het nieuwe normaal.

Wat is jouw visie op de pps ontwikkeling voor de komende jaren?
De pps-ontwikkeling in het mbo zie ik in de komende jaren als een beweging die zal groeien. En dan juist ook met de focus op de volwassen doelgroep die zich willen bijscholen in het mbo. Zeker nu de arbeidsmarkt onder druk staat, mensen werkloos raken, of een switch willen maken naar een ander beroep. Pps in het mbo leidt er namelijk toe dat de scheidslijn tussen werken en leren dunner wordt. De ideale plek voor een leven lang ontwikkelen.

Mijn droom voor de toekomst is dat deze publiek-private samenwerking in het mbo steeds meer gaat leiden tot up to date onderwijs, dat flexibel is, en aansluit bij de behoefte van werkgevers en werknemers. Om dat te bereiken zal er nog wel meer ingezet moeten worden op het flexibiliseren van het onderwijs. Bijvoorbeeld door modules te gaan aanbieden zodat mensen heel gericht scholing kunnen volgen waar zij behoefte aan hebben.

Wat was jouw inspiratiebron?
Het beroepsonderwijs zelf heeft mij geinspireerd: toen ik bij OCW ging werken (2012) vond ik gelijk dat het mbo ondergewaardeerd werd en tegelijkertijd zoveel potentie had. Er was toen behoorlijk wat ontevredenheid onder werkgevers maar ook bij studenten zelf. De samenwerking tussen het onderwijs en het bedrijfsleven is bij veel opleidingen maar mijn idee enorm verbeterd. Dat leidt tot beter onderwijs, maar ook tot meer begrip over en weer, enthousiasme voor het leren, dat in het mbo vaak gebeurt op de werkplek.