Werken aan innovatie op een eiland

#Mkb #Artikel

Ondernemen op een eiland kent heel specifieke uitdagingen. Zeker als dat eiland onderdeel is van Zeeland, een provincie die kampt met een stijgende zeespiegel, bodemverzilting en beperkte beschikbaarheid van zoetwater. Kathleen Metz, directeur van Prince Kunststof Infra, zoekt de oplossingen voor de uitdagingen waar haar onderneming voor staat liefst in verbinding. ‘Concurrentie is een gezonde prikkel maar je moet elkaar niet uit het oog verliezen.’

Prince Kunststof Infra produceert gecertificeerde kunststof hulpstukken voor gas- en waterleidingen. Het bedrijf ontwikkelt maatwerk. De kennis en vaardigheden die daarvoor nodig zijn, zijn niet ingebed in het onderwijs. Geschikt personeel vinden is dan ook een uitdaging voor Prince. In 'New Waves', één van de 19 High Impact Pps'en die gefinancierd worden door het Nationaal Groeifonds, werken onderwijs, bedrijfsleven en overheid samen aan oplossingen op het gebied van water, voedsel en energie.

Wat is voor jou de aanleiding geweest om deel te nemen aan New Waves?

“De mogelijkheid om te klankborden. Impuls Zeeland en Dockwize, twee belangrijke partners in New Waves, zijn enorme kennisnetwerken. Dat ze die kennis met ons delen is voor mij als mkb’er bijzonder waardevol. Want je wordt geleid door de waan van de dag en dan is het heel fijn als je geholpen wordt en niet zelf opnieuw het wiel hoeft uit te vinden. We kunnen nu bijvoorbeeld een groot innovatief project opstarten dankzij het contact met Impuls. Ik weet niet of me dat zonder hen gelukt was.”

Hoe kom je aan goed opgeleid personeel? 

“Ja die vraag houdt me voortdurend bezig. Personeelstekort is natuurlijk een probleem van bijna alle ondernemingen maar wij zijn een heel technisch bedrijf. Er zijn maar weinig partijen in Nederland die kunnen wat wij doen. Voor het onderwijs zijn onze technieken net te specifiek om in het curriculum te worden opgenomen, het feit dat we op een eiland zitten maakt het er niet eenvoudiger op. Om toch op de radar van het onderwijs te blijven onderhoud ik veel contact met scholen en probeer ik me ook te onderscheiden van andere ondernemers.”

Prince Kunststof Infra heeft zo’n 25 man in dienst. Is dat een constant aantal?

“Er gebeurt veel dus ik voorzie wel groei.”

Waar komt die nieuwe aanwas vandaan?

“Het is een mix. Op dit moment zijn het wel veel zij-instromers of herintreders. Samen met UWV, Curio, KATC en de gemeente heb ik een bedrijvencarrousel opgezet waarin zij-instromers per bedrijf twee dagen stage lopen. Daar heb ik een geweldige draaier aan over gehouden, een jongen uit Syrië die ik twee dagen per week naar school stuur via BBL. Daarnaast heb ik een statushouder en wat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst genomen. Uitstekende arbeidskrachten maar het inwerken verloopt niet vlekkeloos, daar zouden we eigenlijk begeleiding bij moeten krijgen. Want ik ben een mkb’er, ik heb geen HR-afdeling, geen bedrijfspsycholoog of wat dan ook.”

Heb je last van verloop?

“Nee gelukkig niet. Ik ben erg zuinig op ze.”

En bijscholen op nieuwe ontwikkelingen, hoe doe je dat?

“Ook dat is een puzzel want zoals ik al zei ontbreken geschikte opleidingen hier op het eiland. Daarom leid ik zoveel mogelijk intern op. Omdat in de metaalindustrie dezelfde machines gebruikt worden als hier stuur ik de mannen voor het spanen en fresen naar de metaalvakschool. Alleen reageert kunststof heel anders dan metaal tijdens het bewerken dus aan mij dan weer de uitdaging om ze hier op locatie de werkstukken te laten maken.”

En intern opleiden gebeurt door….?

“Een senior medewerker, in samenspraak met school.”

Die moet je dan wel vrijmaken van werk

“Ja dat is niet anders.” 

Wat vindt zo’n senior ervan dat hij nieuwkomers opleidt?

“Geen idee, hij doet het gewoon. Ze werken hier allemaal heel hard, de lat lig hoog en ze eisen van nieuwkomers dezelfde werkhouding. Soms is dat lastig, dan vinden ze dat iemand geen potentie heeft en die mag dan niet door. Het gebeurt gelukkig niet heel vaak maar ik zie iedere gemiste kans op een nieuwe arbeidskracht toch als een verlies.”

Hoe los je al die uitdagingen op?

“Ik los van alles zelf op, dat hoort bij ondernemen en het maakt mijn werk ook zo leuk. Maar het begeleiden van statushouders is te complex om zelf te doen. Ik vind ook dat je het niet bij het mkb moet neerleggen. We hebben hier wel eens iemand gehad die goed paste, prima werk leverde maar waarbij het toch stuk liep op dat cultuurverschil. En dat is zonde, want ook dat is arbeidspotentieel dat verloren gaat. Dat los je niet op met een inburgeringscursus.”

Zou je daar geen HR-medewerker voor willen aanstellen?

“Zou zeker handig zijn maar ik moet natuurlijk wel concurrerend blijven. En met alle regelgeving waar je als technisch bedrijf aan moet voldoen moet je keuzes maken.”

Wat is in jouw werk je grootste uitdaging?

“Samenwerken met andere bedrijven. Het levert me veel op maar zaken doen is niet altijd makkelijk. Het is mijn persoonlijke uitdaging om er tegen te kunnen dat je af en toe belazerd wordt. Ik heb een hele harde les gehad dus ik ben wat voorzichtiger geworden. Maar gelukkig heb ik een optimistisch karakter, ik geloof heilig in de verbinding. Je moet over je eigen schaduw heen durven stappen zoals dat zo mooi heet. Een beetje concurrentie is ook heel gezond als je elkaar daarbij maar niet uit het oog verliest.”
 

N.B. Kathleen heeft nog geen SLIM-subsidie aangevraagd.