Miljarden investering in het mbo
Overheid #Mbo-initiatief #Nieuws
Het aantal verwachte nieuwe mbo-studenten daalt de komende jaren, terwijl het tekort aan vakmensen steeds groter wordt. Op 13 oktober jl. presenteerde minister Robbert Dijkgraaf de inzet van het kabinet voor het mbo. Samen met studenten, scholen, gemeenten en bedrijfsleven wordt medio november hiervoor een mbo-werkagenda voor 2022 – 2027 ondertekend. Er wordt maar liefst 4,4 miljard euro geïnvesteerd tot en met 2027.
Voor de minister staan in deze werkagenda drie prioriteiten centraal:
- het bevorderen van kansengelijkheid voor mbo-studenten,
- het verbeteren van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, inclusief stages
- het verbeteren van onderwijskwaliteit, onderzoek en innovatie.
367 miljoen euro extra per jaar
Om nu én in de toekomst te voldoen aan de enorme vraag naar in het mbo opgeleide vakmensen, moet er iets gebeuren. Het kabinetsplan voor het mbo komt dan ook op een belangrijk moment. Met de enorme arbeidstekorten die er zijn en de grote maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan (denk aan de energietransitie, digitalisering en de woningmarkt) zijn goed opgeleide vakmensen meer dan ooit nodig.
Daarnaast wordt het leven lang ontwikkelen nog belangrijker als we kijken naar de steeds sneller veranderende arbeidsmarkt. Het mbo kan een belangrijke rol spelen in het om- en bijscholen van volwassenen zodat die aan de slag kunnen in diverse tekortsectoren zoals ICT, Techniek en in de Zorg. Het kabinet trekt maar liefst 367 miljoen euro extra uit per jaar voor het mbo.
Waarbij er:
- 3 miljoen euro per jaar specifiek ingestoken wordt op de ondersteuning voor practoraten. Hierbij wordt er ook nog 22 miljoen euro uit de kwaliteitsagenda voor practoraten vrijgemaakt
- De professionalisering van docenten hoog op de agenda staat, hiervoor wordt 142 miljoen euro uit de werkagenda vrijgemaakt om een goed carrièreperspectief te kunnen bieden voor docenten. Daarbij komt er 1 miljoen euro per jaar vrij voor het verbeteren van digitale vaardigheden bij docenten en in totaal 22 miljoen voor een Comeniusprogramma wat zich richt op excellent docentschap
- Het bieden van goed onderwijs aan de regio’s van de mbo’s een extra impuls krijgt door een jaarlijkse investering van 3 miljoen euro voor het aanbod van arbeidsmarktrelevante beroepsopleidingen en kleinschalig vakonderwijs. Ook stelt het kabinet in de periode van 2024 tot en met 2026 in totaal 90 miljoen beschikbaar om er voor te zorgen dat er op korte termijn ook een adequaat aanbod van mbo-opleidingen in stand blijft.
- 33 miljoen per jaar extra wordt geïnvesteerd in de doorstroom van het beroepsonderwijs, met wellicht 17 miljoen daar bovenop. Daarmee samenhangend zal er 47 miljoen per jaar extra besteed worden aan de verbetering van loopbaanoriëntatie, -begeleiding en een experiment voor oriëntatieprogramma’s
- Daarnaast ligt er eeen focus bij het versterken van de begeleiding in het beroepsonderwijs, door te investeren in kwetsbare studenten in de laatste fase van hun opleiding (25 miljoen per jaar), een uitbereiding van de regionale meld- en coördinatiefunctie (RMC) naar 27 jaar (25 miljoen per jaar), het opstellen van een Stagepact om met name voor studenten de kwaliteit van stages te waarborgen (30 miljoen euro) en door een bekostiging voor het kabinet van 150 miljoen euro extra per jaar voor het mbo- niveau 2
- En er 15 miljoen euro per jaar wordt besteed aan laaggeletterdheid.
Regionaal Investeringsfonds
Dat de samenwerking tussen mbo-onderwijs en bedrijfsleven belangrijk is en veel mooie resultaten geeft weten wij binnen Katapult al lang. Onlangs werd bekend gemaakt dat de huidige regeling Regionaal Investeringsfonds MBO 2019-2022 (RIF) met één jaar wordt verlengd. Naar verwachting treedt op 1 januari 2024 een nieuwe regeling in werking die aansluit bij de werkagenda MBO. Waarbij uit de ambities blijkt dat er gekeken zal worden naar hoe het RIF sterker gericht kan worden op de transitieopgaven van Nederland, zoals klimaat een zorg.
Een goede ambitie! Want veel aspecten uit de huidige regeling komen nu ook al samen met de ambities die genoemd worden in de kamerstukken. Zo hebben publiek- private samenwerkingen uit het RIF altijd betrekking op ten minste één van de volgende thema’s:
- De professionalisering van docenten
- Het ontwikkelen van onderzoekende vaardigheden
- Het stimuleren van een leven lang ontwikkelen
- Het verbeteren van de aansluiting op de arbeidsmarkt van jongeren in een entreeopleiding in het middelbaar beroepsonderwijs.
Zowel de professionalisering van docenten, het ontwikkelen van onderzoekende vaardigheden (practoraten/docent-onderzoekers) als het stimuleren van een leven lang ontwikkelen komen duidelijk terug in de kamerstukken en ambities.
Het RIF is in 2013 gestart om de aansluiting tussen het middelbaar beroepsonderwijs en de arbeidsmarkt te verbeteren. Het fonds stimuleert publiek-private samenwerking tussen onderwijs, werkgevers en regionale overheden. En met succes! In de afgelopen jaren kwamen 187 aansprekende samenwerkingsverbanden tussen scholen en bedrijven mede door het RIF tot stand.