Van veterstrikdiploma naar waardevolle certificering: De Smart Makers Academy in de maakindustrie

30-05-2023

Pps-activiteiten #Nieuws

Voor bedrijven in de maakindustrie is het van levensbelang om wendbaar in te kunnen spelen op de snelle technologische en maatschappelijke ontwikkelingen. Maar hoe bepaal je in welke nieuwe skills en technologieën je moet investeren? Het aanbod is enorm en verandert continu. De Smart Makers Academy is opgezet om overzicht te bieden, met ‘nanomodules’ die samen leertrajecten (metrolijnen) vormen op basis van ‘skillsprofielen’ die samen met de markt worden vastgesteld en gevalideerd. Martijn Bos, als skills&validatie-expert verbonden aan de Smart makers Academy, legt uit wat er allemaal bij komt kijken om te komen tot een resultaat dat waarde heeft voor de individuele deelnemer, zijn werkgever én de markt. “De belangrijkste vraag is steeds: waar zit de expertise en hoe vertaal je die naar een kwalitatief hoogwaardig, actueel en relevant aanbod?”

Laagdrempelig, landelijk concept
De Smart Makers Academy (SMA) is als concept bedacht in Haarlem, bij de 3D makers Zone, en wordt in het kader van de Schaalsprong Agenda van Smart Industry nu landelijk uitgerold. Martijn Bos: “Inmiddels zijn er al 7 regionale Smart Makers Academies en we groeien door naar zo’n 40 in 2026. De kracht van het concept zit ‘m in de laagdrempeligheid en in de focus op toepassing van de technologie voor een deelnemer en zijn organisatie. Daarbij maakt het ‘metrolijnen-concept’ het aanbod ook overzichtelijk.”

Kijken in de toekomst?
De vormgeving van het opleidingsaanbod in ‘metrolijnen’ waarbij ieder station een nanomodule vertegenwoordigt (een laagdrempelige en kleine onderwijseenheid van 2-6 uur) is het meest in het oog springende aspect van de Smart Makers Academy. Maar volgens Martijn onderscheid het concept zich vooral door de manier waarop het aanbod tot stand komt en voortdurend meebeweegt met de ontwikkelingen in de markt. “Bij het bepalen van de ‘skills voor morgen’ is het lastig dat we niet in de toekomst kunnen kijken. In plaats daarvan gaan we actief op zoek naar de partijen die een bepalende rol spelen in de ontwikkeling van de markt. Dat zijn aan de ene kant de grote toonaangevende bedrijven, maar daarnaast juist ook de kleine disruptieve ondernemingen en kennisinstellingen. Die brengen we samen om, samen met een regionale Academy te bepalen welke skills managers en werknemers nodig hebben om met een bepaalde technologie aan de slag te kunnen. Dat doen we niet eenmalig, maar steeds opnieuw, in een kortcyclisch proces, zodat we zeker weten dat wat we aanbieden actueel en relevant is.”

Focus op de toepassing
Voor het opzetten van de ‘metrolijnen’ moet niet alleen bepaald worden wát de deelnemers moeten leren, maar ook hoe dat gebeurt – in welke volgorde en op welke manier – en hoe de leeropbrengst uiteindelijk wordt getoetst en gewaardeerd. Martijn: “De nadruk bij de Smart Makers Academy ligt op de toepassing. De opleidingsmodules zijn dus niet zozeer gericht zijn op wat is het? of hoe werkt het?, maar vooral op: wat kan ik ermee? Daarom kiezen we ook voor een ‘hands-on’ manier van leren in een contextrijke leeromgeving, in korte modules en in groepsverband, want de interactie met anderen stimuleert en verhoogt de leeropbrengst. Het toetsen gebeurt in de vorm van een case, waarin de deelnemers niet alleen hun verworven skills kunnen tonen, maar die ook waarde oplevert voor hun eigen werk en de juiste basis biedt voor een vervolgstap in de vorm van verdieping of bijvoorbeeld het uitwerken van een concrete business case.”

Veterstrikdiploma
Bij een opleiding hoort ook een diploma. En ook daar is bij de Smart Makers Academy zorgvuldig over nagedacht. Martijn: “In principe kan iedereen een certificaat of een diploma uitdelen. Wie heeft er geen veterstrikdiploma gekregen op de basisschool? Maar wij willen deelnemers voorzien van een vorm van certificering die een blijvende waarde heeft in de markt. Dat doen we op verschillende manieren. Ten eerste sluiten we met onze skillsprofielen aan bij bestaande (internationale) competentie-taxonomieën, zoals ESCO en CompetentNL, en industriestandaarden. Daarnaast kiezen we voor digitale badges die technologisch duurzaam zijn en aansluiten bij de huidige ontwikkelingen rond skillspaspoorten. Ook zorgen we dat de ‘badges’ die we uitgeven gevalideerd worden door relevante partijen in de markt. Maar, eigenlijk het belangrijkst, we evalueren ons aanbod voortdurend met de deelnemers en hun werkgevers. Want een certificaat is mooi, maar uiteindelijk is en blijft het ons te doen om de praktische toepasbaarheid van het geleerde.”